Wanneranval (Wanne)

Stavelot is het Walhalla voor de liefhebber. In de schaduw van de legendarische Stockeu herbergt Stavelot een scala aan kuitenbijters. De Cotacol vermeldt maar liefst 12 uitdagingen vanuit deze pittoreske pleisterplaats. Eén ervan verdient dit maal onze speciale aandacht: Cote de Wanneranval. Als het beklimmen van een berg ooit in een symfonie gevat zou worden dan kent de Wanneranval haar prelude in de toegang vanuit Stavelot. Route de Wanne, aan de voet van de Stockeu het rechter alternatief van de vijfsprong, is de warming-up voor de anderhalve kilometer lange klim van de Wanneranval. Plagend test zij de benen van de renner. Met korte, venijnige steken van 12 a 15 % die na een honderdtal meters weer bollen tot een even zo korte afdaling, voert zij de hartslag van de pedaalridders op tot een nerveus ritme. Bij elke stijging vraagt hij zich af of de Wanneranval hierin haar aanvang kent. Op de beboste driesprong aangekomen zijn er maar twee opties: Links naar Werhai, waar de gelijknamige Cote waakt, of de handschoen werpen door rechts de Wanneranval bij de horens te vatten. Door de beschutting van het dichte gebladerte was ons even ontgaan dat de hemel haar zwoele geladenheid in de vorm van druppels prijsgaf. De eerste meters van de Wanneranval boden echter niet de beschutting van een weelderig bladerdak waarvan we eerder genoten. Waar ongetwijfeld onder andere omstandigheden de zon haar slag zou slaan, waden we nu door de plassen. Even maar, want al snel veranderen die plassen in kleine stroompjes die hun weg over het asfalt vinden. Na een tweetal honderd meters is het veld al uiteengeslagen.

Solitair klimmen de leden van het kleurrijke gezelschap tegen de wand van een intimiderende helling. Op een kwart van de klim, bij de eerste bocht naar rechts, drijft de 16% helling de fietsers naar de buitenbocht in de hoop er een procentje vanaf te kunnen snoepen. Desondanks worden er hier geen tandjes gespaard voor moeilijkere tijden. Op het sissy-verzet klimmen we in stilte verder. Het is windstil en de regen klinkt als het kraken van een grammofoonplaat op het vinyl van onze regenjas. Een blik naar boven verraad de pijn van de koplopers. Half verscholen achter een aanlendende meidoornhaag stoempen zij ritmisch in hun kleinste verzet gelijk een ingetogen processie. Het is stil in Wanne en pas zodra de achtkantige toren van het kleine kerkje in zicht komt durven de sterkste renners hun shifters een zetje te geven. De rest van de groep sleurt zich flegmatiek ‘stroomopwaarts’. Eenmaal boven is het miezeren een tot een hoosbui gepromoveerd. De tragiek van de klim, verwoord door de regen die als tranen van het gelaat rolt, spreekt boekdelen. Het duurt minuten lang voordat het gesprek in het regenboogpeloton weer op gang komt. “Nou, nu weet ik waar dat gat in mijn zool voor dient…”, Verlost van de toeclips schudt hij het water uit zijn schoen. Bitter Sweet Symphony. De romantiek ontgaat ons niet… aan de horizon boven Trois Ponts gloort al weer een klarende lucht…

Geef een reactie