Vaux-sous-Chèvremont

Vaux-sous-Chèvremont is een van die Waalse gemeenten die de luxe kennen van de pijnlijke meerkeuze tussen serieuze klimmen. Vanaf de rotonde onder het draculeuze gedrocht voor de TGV, een soort overbemeten bovengrondse tunnel die hier de Vesdre passeert, wordt je passie voor de steilte stevig op de proef gesteld. Zal ik langs links, rechtdoor of rechtsom de vallei ontstijgen? Voor de echte twijfelaars is er geen ontkomen aan: alledrie of de gladiolen. Om het trio te doen zul je een paar keer de N61 omlaag moeten, een duizelhelling waar de durvers met gemak boven de 70 raken. Maar kijk uit voor de gemakkelijk ogende bochten. Om het proefstuk compleet te maken liggen de hellingen keurig gerangschikt op zwaarte, al doen ze weinig voor elkaar onder. De venijnigste is de linkse; de Haie des Loups (in de loop van de klim wordt de klimmer overigens op verschillende schrijfwijzen getrakteerd). Honderd meter na de rotonde sla je links de Rue du Cimétiere in. Weer honderd meter verder dwingt een splitsing je te kiezen: links aanhoudend rij je recht het kerkhof op (de poort staat vaak uitnodigend open); rechts de Wolvenhaag. Aanvankelijk lijkt de aanloop gemoedelijk, vooropgesteld dat je al in de buurt van de kleinste geschakeld staat, maar na honderd meter slaat de steilte je om de oren, aangewakkerd door een verkeersbord met een trotse vermelding van 18%. Links en rechts glijden vrijstaande huizen en groen bestruikte taluds voorbij, onder je wordt het wegdek per hectometer waalser, al heeft de beschaving ook hier toegeslagen. Om je te troosten komt de Haie je tot driemaal toe tegemoet met een kort plateau, net genoeg om de kuiten even tot bedaren te brengen. Twee kilometer na de rotonde beland je op het rommelige binnenpleintje van Romsee waar een rustige toeschouwer tussen de steegjes van aandoenlijke oudbouw van weleer kan genieten.
De middelste is voorzien van meerdere namen. Een ervan is Côte de Fleron, althans volgens de meneer aan wie ik het onderaan vroeg. De onderste helft is officiëel genoemd naar Adolphe Dumont , een dorpeling uit Nessonvaux die hier in 1914 op 43 jarige leeftijd in het bijzijn van zijn zoon door Barbaarse Duitse troepen werd vermoord. Door zijn brede en gecultiveerde karakter doet hij wat tammer aan maar de 9 % die het bordje in Romsee aangeeft blijft wel de volle twee kilometer duren. Eventuele overmoed op de eerste hectometers leidt met garantie naar een lager verzet. Wie wil weten hoe de gemiddelde glooiing van de Ventoux aanvoelt kan zich hier een keer of tien komen uitkuren.

Geef een reactie